Veiligheid

Signalen

In de loop van de jaren zijn er in de wielerwereld codes ontstaan om gevaren aan te geven. Deze codes zijn onder te verdelen in gebaren en uitroepen.

Uitroepen

De uitroepen geven aan wat voor situatie zich voordoet of voor gaat doen en wat er van de groep verwacht wordt. Voorbeelden van uitroepen zijn onder andere: Stoppen, Paaltje, Druppel, Drempel, Gat, Zand, Grind, Los beest, Glad, Voor, Tegen, Achter. De uitroepen worden van voor naar achter “doorgegeven” in de groep. Het is dus niet alleen een voorrijder die roept. Alleen de kreet “Achter” wordt natuurlijk van achter naar voren doorgegeven!

N.B.
Vóór” wordt geroepen als zich een obstakel op de rechter weghelft bevindt, ongeacht of dit in dezelfde richting als die van de groep beweegt, stilstaat of naar ons toekomt.
Tegen” wordt geroepen als zich een obstakel op de linker weghelft bevindt, ongeacht of dit in dezelfde richting als die van de groep beweegt, stilstaat of naar ons toekomt.
Helaas blijkt in de praktijk een aantal personen het verschil niet te weten tussen “Vóór” en “Tegen”, zodat enige oplettendheid op prijs wordt gesteld!
Achter” wordt geroepen wanneer één of meer medeweggebruikers de groep (willen) inhalen.

Gebaren

Stoppen: arm omhoog
Linksaf: linker arm schuin omhoog
Rechtsaf: rechter arm (niet gedacht, hè?) schuin omhoog
Obstakels en gaten: met gestrekte arm wijzen naar het obstakel of gat
Vóór: met de rechterarm schuin naar beneden/achteren wapperen
Tegen: met de linkerarm schuin naar beneden/achteren wapperen
Achter: tamelijk zinloos om te wapperen!